Iedereen valt weleens

Hoe zit dat bij jou? Ben je er bang voor? Of juist totaal niet? Zes Utrechters vertellen hoe zij over vallen denken én wat ze wel of niet doen aan preventie.

‘Waarom zou je je schamen voor een rollator?’

Veronica (78): “Of ik bang ben om te vallen? Absoluut niet. Ik doe aan fitness en kan prima op één been staan. Met mijn evenwicht is niks mis. Momenteel ben ik aan het herstellen van een operatie: ik heb een nieuwe knie. Sinds die operatie stap ik wat voorzichtiger op de fiets, maar het gaat goed.

Om me heen zie ik wel veel leeftijdsgenoten die op een hele nare manier vallen. Van de trap bijvoorbeeld, of van de fiets. Ik denk dat er wel tips en manieren zijn om dat te voorkomen. Zo kun je losse kleedjes in huis vastmaken met een antislip-strip. Als je ouder wordt, til je je voeten niet zo goed meer op. Dan kun je makkelijk over zo’n kleed struikelen. Een handgreep bij het toilet, een anti-slipmatje in de badkamer: dat zijn handige hulpmiddelen.

Ik zie ook wel dat mensen zich schamen om achter een rollator te lopen. Maar die dingen zijn er toch niet voor niks? Als het nodig zou zijn, zou ik er echt wel gebruik van maken. Na mijn operatie heb ik me ook laten rondrijden in een rolstoel. Maar nu is dat niet meer nodig en wil ik uit het leven halen wat erin zit.”

‘Ik ren niet meer zomaar de trap af.’

Gerrie (79): “Ik ben voorzichtig. Ik heb ook een keer een balanstraining gedaan, bij de fysiotherapeut. Daarbij moest je op een mat vallen en goed landen. Ik ga altijd achterstevoren van de trap af en houd de leuning goed vast. En ik neem expres geen gecoate bril: daar komen krasjes op en dat maakt het zicht slechter. Dat vind ik vervelend. In huis zou ik wel wat dingen kunnen aanpassen, maar ik heb weinig zin om alles te verbouwen. En ik douche bijvoorbeeld in bad. Dat is misschien niet handig, maar ik wil mijn bad ook niet kwijt. Ik heb twee nieuwe knieën. Toen ik de eerste net had, ben ik weleens gevallen. Maar ik kom altijd goed terecht. Ik struikel al mijn hele leven veel, bijvoorbeeld over dingen op straat. Ik ben een beetje een klungel. Maar bang om te vallen ben ik eigenlijk niet: alles komt zoals het komt. Ik ben daar niet veel mee bezig. Ik fiets nu veel omdat mijn auto kapot is, maar dat doe ik liever niet in het spitsuur. Dan is het te druk en word ik aan alle kanten ingehaald door mensen die geen respect voor je hebben als het wat langzamer gaat. Ik onderneem nog best veel. Ik ga zwemmen, naar de atletiekclub of naar fysiogym. Als ik niks te doen heb, kom ik mijn bed niet uit, dus ik heb voor elke dag een clubje.”

‘Zo’n lamp die automatisch aangaat helpt wel.’

Ferdinand (71): “Ik ben al een paar keer gevallen. Dat komt waarschijnlijk doordat ik Parkinson heb. Daar zijn we achter gekomen doordat ik op de fiets stapte en viel. Ik moest toen naar de huisarts. Nu heb ik een driewieler, die me veel mobieler maakt. Daarmee kan ik naar mijn werk fietsen, maar autorijden kan ik ook nog gewoon.

Nu ik pillen tegen Parkinson heb, die goed werken, en fysiotherapie krijg, ben ik eigenlijk niet meer bang om te vallen. Ik ben er niet mee bezig. Het gaat beter dan anderhalf jaar jaar geleden en ik kan alles weer doen, heb mijn evenwicht weer terug.

Dat neemt niet weg dat het handig zou zijn om vallen – voor iedereen – zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik heb er nog niet aan gedacht om iets in huis aan te passen, maar ik vind het bijvoorbeeld wel heel handig dat we een bewegingssensor hebben op de gang. Zo’n kleine aanpassing helpt wel.”

‘Ik ben blij met de trap in huis. Die houdt me fit.’

Hans (69): “Ik sta redelijk stabiel op mijn benen, maar ben weleens gevallen toen ik afgesneden werd door een brommer op straat. Ik zag de stoeprand op me afkomen, maar ben automatisch op mijn rug gedraaid. Daardoor kon ik gewoon weer opstaan.

Mijn moeder en mijn vrouw vallen wel vaker. Mijn moeder is 103 en die struikelt regelmatig ergens over. Het vloerkleedje ofzo. Maar ook zij komt altijd goed terecht. Mijn vrouw is een echte brokkenpiloot, dat zit in haar genen: haar broer en zus hebben dat ook. Als zij valt, komt ze juist altijd ongelukkig terecht. Vorig jaar is ze gevallen op vakantie, omdat ze een treetje van de trap miste. Ik heb haar toen drie weken rond geduwd in een rolstoel, in Andalusië. Ze is ook eens gevallen op wintersport. Ze gleed uit op een paadje en brak haar schouder. Mijn vrouw ziet heel slecht, met een oog nog maar 4 procent. Mijn moeder heeft ook geen goed zicht. Dat is een hele belangrijke oorzaak van vallen, denk ik.

Ik woon in een 50+woning met een lift en een trap. Ik ben blij met die trap, ik gebruik nooit de lift. Zo blijf ik fit. Mijn moeder zegt altijd: ‘blijf traplopen. Als je dat vijf dagen niet doet, kom je er niet meer.”

‘Ik draag geen slippers meer waarmee ik kan uitglijden.’

Abdelkader (59): “Ik werk met ouderen en zie veel ongelukken gebeuren in huis. Mensen glijden uit onder de douche en stappen ook mis op de trap. Ik denk dat tips kunnen helpen om je bewuster te worden van het risico om te vallen. Maar wat ook helpt is blijven bewegen, soepel blijven. Met kleine aanpassingen in huis verklein je ook de risico’s: een krukje in de douche zetten, schoenen aantrekken die goed passen en waar je dus niet uitsloft.

Iedereen loopt risico om te vallen, dus ik ook. Naarmate ik ouder word, wordt dat risico groter en de gevolgen van een val ook. Ik ben thuis weleens van de trap gevallen. Gelukkig kon ik mezelf goed opvangen.

Zelf heb ik ook wat aanpassingen gedaan in huis. Ik draag geen slippers meer waarmee ik uit kan glijden en heb een stevige trapleuning laten monteren. En ik blijf in beweging: ik wandel, fiets en ga regelmatig naar de sportschool.”